Onderwerp van het huurrechtgeschil was de vraag of de gedaagde partij (verhuurder), bijgestaan door mr. M.J.M.H. (Marieke) Nass, aan de eisende partij (huurder) een huurprijsverlaging zou moeten verlenen in verband met de gevolgen van de coronacrisis.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat geen huurprijsverlaging dient te worden toegekend en heeft dus de vordering van de eisende partij afgewezen.
Daartoe heeft de voorzieningenrechter doorslaggevend geacht dat:
De gedaagde partij hoeft dan ook geen huurkorting aan de eisende partij te verlenen, ondanks de verplichte (gedeeltelijke) bedrijfssluiting van de eisende partij. Dit illustreert dat de gevolgen van Covid-19 en huurkorting niet onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.
Benieuwd naar de gehele gepubliceerde uitspraak? Lees hier de uitspraak.