Fiscaal recht

Invordering

Ontvangt u een dwangbevel van de ontvanger van de Belastingdienst waarmee u het niet eens bent, wordt u door de ontvanger aansprakelijk gesteld voor belastingschulden van uw vennootschap, wordt door de ontvanger uw faillissement aangevraagd, wordt door de ontvanger gedreigd met beslag op uw bezittingen of worden er andere invorderingsmaatregelen door de ontvanger jegens u getroffen, met welke u zich niet kunt verenigen? De advocaat-belastingkundigen van Nass & Nass Advocaten en Belastingadviseurs staan u bij in geval van een invorderingsconflict met de Belastingdienst.  

Wettelijk kader

De inspecteur stelt de belastingschuld vast (zie ten aanzien daarvan uitvoerig de pagina fiscaal procesrecht). Hij stelt vervolgens de aanslag/het aanslagbiljet aan de ontvanger, de naam voor de persoon die belast is met de invordering van de door de inspecteur vastgestelde belastingschulden, ter hand. De ontvanger is bij de invordering (inning) van de ontstane belastingschuld gebonden aan het wettelijk kader, waarbij met name de Invorderingswet 1990, de daarbij behoren uitvoeringsbesluiten en uitvoeringsregelingen alsmede de Leidraad Invordering van belang zijn.

Wanbetaling 

De betalingstermijn van de vastgestelde belastingschuld is in beginsel zes weken na dagtekening van het aanslagbiljet. Na de laatste vervaldag bent u in beginsel invorderingsrente verschuldigd en worden verdere invorderingsmaatregelen door de ontvanger jegens u getroffen. Volgens beleid van de Belastingdienst ontvangt u eerst een betalingsherinnering, vervolgens een aanmaning en daaropvolgend een dwangbevel.

Invordering

Daaropvolgend kan daadwerkelijke dwanginvordering plaatsvinden, waarbij de vervolgingskosten (kosten van bijvoorbeeld de aanmaning en het dwangbevel) en de invorderingsrente kunnen worden gevorderd bovenop het bedrag aan verschuldigde belasting. De tenuitvoerlegging van het dwangbevel vangt in beginsel aan met het laten betekenen van een bevel tot betaling, meestal met een betalingstermijn van twee dagen. Aan de betekening zijn overigens wettelijke voorschriften verbonden, waaraan de betekening van zowel het dwangbevel als het bevel tot betaling dienen te voldoen. Tenuitvoerlegging vindt vervolgens plaats door het leggen van beslag op bijvoorbeeld (on)roerende zaken, aandelen of beslag bij derden, maar ook door mogelijke (civielrechtelijke) aansprakelijkheidsstellingen van eventuele bestuurders, feitelijk leidinggevenden, vereffenaars, begunstigden, inleners, aannemers, aandeelhouders, verkopers van aandelen of overige executanten, afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Bent u bestuurder van een vennootschap? Dan is het om een aansprakelijkheidsstelling te voorkomen van belang dat u onverwijld betalingsonmacht meldt bij de ontvanger.

In enkele gevallen, zoals bijvoorbeeld bij faillissement of gegronde vrees voor verduistering van vermogensbestanddelen van de belastingschuldige, kan de ontvanger gebruik maken van een snellere invorderingsprocedure. In dat geval kan een aanslag terstond tot het volle bedrag invorderen.

Verzet

Als belastingschuldige kunt u in verzet komen tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel door de ontvanger te dagvaarden voor de civiele rechter. Hiervoor is een advocaat verplicht. Het verzet schorst in beginsel de tenuitvoerlegging, waardoor geen verdere maatregelen jegens u genomen kunnen worden. Aanleiding voor het instellen van verzet kan onder ander zijn dat de betekening van het dwangbevel niet rechtsgeldig heeft plaatsgevonden, dat de belastingschuld niet opeisbaar is, reeds is voldaan of dat het dwangbevel is uitgereikt aan de verkeerde persoon.

Uitstel van betaling / betalingsregeling / kwijtschelding

Om te voorkomen dat dwanginvordering plaatsvindt, kan een verzoek tot uitstel van betaling bij de ontvanger worden ingediend. De ontvanger kan daarvoor voorwaarden/zekerheden eisen. Ook zal in beginsel invorderingsrente verschuldigd zijn voor de periode van verleend uitstel. Ook is het in veel gevallen mogelijk om bij betalingsonmacht in overleg een betalingsregeling te treffen.

In zeer specifieke gevallen kan een belastingschuld door de ontvanger worden kwijtgescholden.

Verzoek tot ambtshalve vermindering

In sommige gevallen komt het voor dat een opgelegde (naheffings/navorderings)aanslag aantoonbaar onjuist/te hoog is, maar dat de termijn voor het indienen van bezwaar en beroep reeds ruimschoots is verstreken. Vervolgens wordt een volgens u te hoog vastgestelde belastingschuld ingevorderd. In dat geval is het mogelijk om een verzoek tot ambtshalve vermindering in te dienen bij de Belastingdienst.

Komt u in aanraking met één van bovenstaande of daaraan verwante situaties? Dan bent u bij Nass & Nass Advocaten aan het juiste adres. Met onze deskundigheid en professionele begeleiding verlenen wij juridisch-fiscale bijstand in elk stadium van het invorderingsproces. Zo treden wij onder andere namens u in overleg met de ontvanger ten aanzien van een verzoek tot uitstel van betaling en/of het treffen van een betalingsregeling, voeren wij namens u een eventuele verzetprocedure en staan wij u als advocaat-belastingkundigen bij in eventuele gerechtelijke procedures, bijvoorbeeld wanneer u persoonlijk door de ontvanger aansprakelijk wordt gesteld voor belastingschulden. Daarmee dragen wij zodoende optimale zorg voor een adequate afwikkeling van uw zaak, waartoe wij zowel de vereiste juridische als fiscale kennis in huis hebben.