Burenrecht: eigenaar van een stuk grond door verjaring?

Wat is nodig om door verjaring eigenaar te worden van een stuk grond? Deze vraag stond centraal in een zaak die mr. P.H.J. (Pieter) Nass onlangs met goed gevolg voor zijn cliënt heeft bepleit.

De eisende partij in deze zaak stelde zich op het standpunt dat zij op basis van bevrijdende verjaring eigenaar van een strook grond was geworden van haar buurman, de gedaagde partij, bijgestaan door mr. P.H.J. (Pieter) Nass.

Eigendomsverkrijging van een stuk grond door bevrijdende verjaring is kort gesteld mogelijk, indien:

  1. Degene die stelt dat hij eigenaar is geworden van een stuk grond het betreffende stuk grond in ‘bezit’ heeft;
  2. Dit bezit gedurende een periode van 20 jaar heeft voortgeduurd.

In deze zaak bestond discussie over de vraag of sprake is van bezit. Van bezit zou sprake zijn, indien eiseres de feitelijke macht over het stuk grond uitoefende met de pretentie rechthebbende van dit stuk grond te zijn. Vereist daarvoor is dat het bezit openbaar en ondubbelzinnig is, wat wil zeggen dat de bezitter zich zodanig gedraagt dat de eigenaar tegen wie de verjaring loopt daaruit niets anders kan afleiden dan dat de bezitter pretendeert eigenaar te zijn.

Namens zijn cliënt heeft mr. P.H.J. (Pieter) Nass betoogd dat van bezit in deze zaak geen sprake was. De rechtbank heeft deze zienswijze gevolgd en heeft daartoe o.a. de volgende omstandigheden relevant geacht:

  • Eiseres heeft de oppervlakte van de strook grond, waarvan zij stelt door verjaring eigenaar geworden te zijn, niet concreet omschreven;
  • Eiseres heeft in het verleden weliswaar een (inmiddels verwijderde) afrastering geplaatst, maar zij heeft verklaard dat deze is geplaatst om haar hond op eigen terrein te houden, niet om een stuk grond in bezit te nemen;
  • Bij het plaatsen van de afrastering is niet gemeten waar de exacte erfgrens liep;
  • De afrastering was door de begroeiing ter plaatse niet zichtbaar.

De rechtbank concludeert bovendien dat gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld door bomen en struiken op zijn eigen perceel (waaronder het stuk grond, waarvan eiseres onterecht heeft gesteld eigenaar te zijn) te snoeien en op zijn eigen perceel een scheidsmuur op te richten. Het staat een eigenaar van een stuk grond immers in beginsel vrij dit naar eigen smaak in te richten.

Alle vorderingen van eiseres zijn dan ook afgewezen. Een mooi resultaat! Benieuwd naar de gehele uitspraak? Deze vindt u hier.

Heeft u ook een conflict met uw buurman en/of buurvrouw en bent u onzeker over uw rechten en verplichtingen? Kijk voor meer informatie op deze pagina of neem contact met ons op.

Burenrecht: bomen en een scheidsmuur op de erfgrens

Wat zijn de rechten en plichten van buren, wanneer sprake is van bomen en een scheidsmuur op de erfgrens van hun percelen? Deze vraag stond centraal in een zaak die mr. M.J.M.H. (Marieke) Nass onlangs heeft gevoerd en namens haar cliënte (eiseres) heeft gewonnen.

Verwijdering bomen

In navolging van het betoog van mr. M.J.M.H. (Marieke) Nass oordeelde de rechtbank dat het enkele feit dat bomen op de erfgrens staan, strijd oplevert met art. 5:42 BW. De vordering tot verwijdering van de bomen is dan ook door de rechtbank toegewezen, nu niet was gebleken dat het recht om verwijdering te vorderen door eiseres werd misbruikt.

Oprichting nieuwe scheidsmuur

De scheidsmuur tussen de percelen van partijen was in dermate slechte staat dat volgens de rechtbank, conform het betoog van mr. M.J.M.H. (Marieke) Nass, vernieuwing noodzakelijk was. De vordering tot medewerking van de gedaagde partij tot het oprichten van een nieuwe scheidsmuur is dan ook door de rechtbank toegewezen.

Benieuwd naar de gehele gepubliceerde uitspraak? Lees hier de uitspraak.