NRC: ‘Advocaat zijn en zingen is een fijne afwisseling’

In de zaterdagkrant van 13 juli 2024 verscheen een artikel over onze jongste advocaat, mr. Pieter Nass, in het bijzonder de combinatie tussen zijn twee passies: de advocatuur en muziek. Het volledige artikel is te lezen via onderstaande link.

https://www.nrc.nl/nieuws/2024/07/12/advocaat-zijn-en-zingen-is-een-fijne-afwisseling-a4859555

Mr. P.H.J. (Pieter) Nass treedt toe tot de maatschap

Op 1 november 2023 is mr. P.H.J. (Pieter) Nass als advocaat-ondernemer toegetreden tot de maatschap Nass & Nass Advocaten in Gulpen en Maastricht! Wij kijken uit naar de samenwerking tussen vader en beide zonen Nass binnen ons familiebedrijf!

Nieuwe huisstijl

Met veel enthousiasme presenteren wij ons nieuwe logo en onze nieuwe huisstijl, ontworpen door Pixelplus. Wij kijken uit naar de toekomst en hopen veel voor onze huidige en toekomstige cliënten te blijven betekenen.

De ‘N’ van ons logo bestaat uit een klassieke schreefletter en strakke/moderne lijnen, waarmee onze werkwijze en de twee generaties binnen ons familiebedrijf worden gesymboliseerd.

15-jarig jubileum & nieuwe vestiging in Maastricht!

Nass & Nass Advocaten bestaat 15 jaar!

Opening van een nieuwe vestiging in Maastricht

Per 1 maart 2023 bestaat ons advocatenkantoor 15 jaar! Ter gelegenheid van deze mooie mijlpaal zal per 1 april 2023 een nieuwe vestiging in Maastricht (Stationsplein 8-K) worden geopend. De bezoeklocatie in Simpelveld zal worden gesloten. Onze hoofdlocatie in Gulpen (Molenweg 15) blijft uiteraard regulier geopend.

De Limburger: kort geding

Leuke vermelding van onze jongste advocaat mr. P.H.J. (Pieter) Nass in dagblad De Limburger over een kort geding tussen lokale politici in Zuid-Limburg dat hij namens zijn cliënten heeft gewonnen. Een mooi resultaat! De volledige uitspraak is hier te raadplegen.

‘De rechtbank gaat mee in het pleidooi van advocaat Pieter Nass, die stelt dat het hele concept van een ‘fractie’ binnen de politiek niet in het wetboek voorkomt en puur een vrijwillige samenwerking is. Daarmee is het opzeggen van die samenwerking net zo vrijwillig en geen zaak voor de rechter om zich in te mengen. Ook het argument rond het fractiereglement houdt geen stand, omdat de gedaagden er nooit formeel hun verklaring over hebben afgelegd.’

Het volledige artikel in de dagblad De Limburger is te lezen via deze link.

Burenrecht: eigenaar van een stuk grond door verjaring?

Wat is nodig om door verjaring eigenaar te worden van een stuk grond? Deze vraag stond centraal in een zaak die mr. P.H.J. (Pieter) Nass onlangs met goed gevolg voor zijn cliënt heeft bepleit.

De eisende partij in deze zaak stelde zich op het standpunt dat zij op basis van bevrijdende verjaring eigenaar van een strook grond was geworden van haar buurman, de gedaagde partij, bijgestaan door mr. P.H.J. (Pieter) Nass.

Eigendomsverkrijging van een stuk grond door bevrijdende verjaring is kort gesteld mogelijk, indien:

  1. Degene die stelt dat hij eigenaar is geworden van een stuk grond het betreffende stuk grond in ‘bezit’ heeft;
  2. Dit bezit gedurende een periode van 20 jaar heeft voortgeduurd.

In deze zaak bestond discussie over de vraag of sprake is van bezit. Van bezit zou sprake zijn, indien eiseres de feitelijke macht over het stuk grond uitoefende met de pretentie rechthebbende van dit stuk grond te zijn. Vereist daarvoor is dat het bezit openbaar en ondubbelzinnig is, wat wil zeggen dat de bezitter zich zodanig gedraagt dat de eigenaar tegen wie de verjaring loopt daaruit niets anders kan afleiden dan dat de bezitter pretendeert eigenaar te zijn.

Namens zijn cliënt heeft mr. P.H.J. (Pieter) Nass betoogd dat van bezit in deze zaak geen sprake was. De rechtbank heeft deze zienswijze gevolgd en heeft daartoe o.a. de volgende omstandigheden relevant geacht:

  • Eiseres heeft de oppervlakte van de strook grond, waarvan zij stelt door verjaring eigenaar geworden te zijn, niet concreet omschreven;
  • Eiseres heeft in het verleden weliswaar een (inmiddels verwijderde) afrastering geplaatst, maar zij heeft verklaard dat deze is geplaatst om haar hond op eigen terrein te houden, niet om een stuk grond in bezit te nemen;
  • Bij het plaatsen van de afrastering is niet gemeten waar de exacte erfgrens liep;
  • De afrastering was door de begroeiing ter plaatse niet zichtbaar.

De rechtbank concludeert bovendien dat gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld door bomen en struiken op zijn eigen perceel (waaronder het stuk grond, waarvan eiseres onterecht heeft gesteld eigenaar te zijn) te snoeien en op zijn eigen perceel een scheidsmuur op te richten. Het staat een eigenaar van een stuk grond immers in beginsel vrij dit naar eigen smaak in te richten.

Alle vorderingen van eiseres zijn dan ook afgewezen. Een mooi resultaat! Benieuwd naar de gehele uitspraak? Deze vindt u hier.

Heeft u ook een conflict met uw buurman en/of buurvrouw en bent u onzeker over uw rechten en verplichtingen? Kijk voor meer informatie op deze pagina of neem contact met ons op.

Kostenvergoeding bij een onjuiste belastingaanslag

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

De Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft onlangs in navolging van het betoog van mr. J.M.S. (Jan Willem) Nass geoordeeld dat zijn cliënt recht heeft op een kostenvergoeding voor de gemaakte kosten voor het indienen van bezwaar en beroep tegen een onjuiste belastingaanslag. Tevens heeft zijn cliënt recht op een aanvullende immateriële schadevergoeding.

Samenvatting

Belanghebbende diende een aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2013 en 2014 in en gebruikte daarbij de term WAO voor een UWV-uitkering op basis van de toeslagenwet. Dat heeft bij de aanslagregeling gevolgen voor de premieberekening volksverzekeringen. De inspecteur is vervolgens gedeeltelijk tegemoetgekomen aan het daaropvolgende bezwaar, maar heeft geweigerd een kostenvergoeding voor de bezwaarfase te geven. Mr. J.M.S. Nass heeft namens belanghebbende beroep ingesteld bij de rechtbank.

De Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt vast dat de onjuiste aanslagregeling ook is te wijten aan de inspecteur omdat een renseignering (=de verplichting van het UWV om fiscaal relevante gegevens te verstrekken aan de Belastingdienst) van de UWV-uitkering extra licht werpt op de feiten.

De rechtbank heeft geoordeeld dat daarom de vermindering van de aanslag in bezwaar is te wijten aan een door de inspecteur te wijten onrechtmatigheid. Belanghebbende krijgt een kostenvergoeding voor de bezwaarfase en de beroepsfase en een immateriële schadevergoeding wegens de overschrijding van de redelijke behandeltermijn.

Een mooi resultaat! Benieuwd naar de gehele uitspraak? Deze vindt u hier.

Bent u ook in aanraking gekomen met een volgens u onjuiste belastingaanslag? Kijk voor meer informatie op deze pagina of neem contact met ons op.